Het verhaal van de vrolijke woorden

Door Parwin Khosravi

Op een dag waarop ik me erg vervelend voelde, wilde ik iets vrolijks schrijven. Genoeg gejammerd! Alles wat ik nodig had, was pen, papier en optimistische gedachten. Mijn sombere gevoel stuurde ik weg. Ik verbond mijn gedachten met mijn pen en het papier en begon een zoektocht in mijn woordenschat.

Ik vond niets! Niet zo wanhopig, zoek met aandacht, gebruik je kracht, je energie, je gedachten, zei ik streng tegen  mezelf. Ik zocht naar goede momenten, waar waren ze? Mijn hersenen waren geblokkeerd.

Ik herhaalde het woord: vrolijk, vrolijk… het is een woord voor een mooi moment, voor andere omstandigheden in het leven. Ik vond een paar woorden, een paar maar. Ik zocht opnieuw, vond niets.

Ik voelde me moe en ging naar het raam, keek naar de verte, ik deed mijn ogen dicht. De warmte van de zon streelde mijn gezicht… Een heerlijk gevoel, dat ik niet in woorden kon uitdrukken. De zon scheen als een gouden vlek aan de blauwe azuren hemel. De vogels zongen vrolijk en vlogen heen en weer in de lucht. Het was een prachtig moment.

Ik wilde met de vogels mee en ik vloog met ze mee, ik vloog in de blauwe lucht. Wat een kracht, wat een macht! De planeet was onder mij. De prachtige kleuren speelden met mijn ogen, een zeldzaam en roesachtig gevoel, vrij en krachtig.

Ik vloog ver, ver tot achter de horizon, ik vloog verder, ver van hier. Ik vloog naar mijn land, over oceanen, hoge bergen en stromende rivieren, over weilanden vol rode klaprozen. Tot aan mijn stad, mijn straat, mijn wijk, mijn huis.

Ik zocht mijn vaders huis, waar ik geboren ben, waar ik opgroeide. Waar was het? Ik kon het niet vinden. Ik zocht verder. Nee! Mijn vaders huis… Mijn vaders huis was gesloopt, gesloopt, mijn vaders huis.

Ik zocht mijn huis, waarin mijn kind geboren is. Ik zag het van ver, ik ging er naartoe. Ik voelde iets vreemds, daar zag ik vreemde mensen… Het was  mijn huis niet meer.

Daar had ik geen plek meer, ik moest weg.

Ik vloog terug, er waren geen vogels meer, ik vloog  alleen terug! Ik zocht mijn plek, ik moest ernaar zoeken.

Toen werd er aangebeld. Ik stond achter het raam, het regende hard, de zon verstopte zich achter de donkere wolken. De taxichauffeur was aan de deur. Het was tijd, mijn zoon moest naar het dialysecentrum toe.

Kijk, in mijn verhaal heb ik een paar vrolijke woorden!

 

Onze excuses, u kunt momenteel niet reageren